Woordenlijst

Woordenlijst
  1. Applicatie

    Het aanbrengen van een materiaal, bijvoorbeeld door middel van rollers, kwasten of spuitapparatuur.

  2. Airless spuiten

    Bij airless spuiten wordt verf onder druk van >100 bar zonder toevoeging van lucht door een smalle spuitnozzle geperst.

  3. Basecoat

    De bij brand opschuimende en brandwerende laag. Klik hier voor een overzicht van Basecoats.

  4. Bestek

    Tekst waarin de architect/ontwerper een gedetailleerde beschrijving van het werk geeft, samen met de omschrijving van de aard van het werk, de aanduiding van de bouwplaats en een opsomming van producten die moet worden geleverd en verwerkt.

  5. Bindmiddel

    Een component in bijvoorbeeld brandwerende verf die zorgt voor de binding tussen andere componenten.

  6. Bouwbesluit

    Het Bouwbesluit bevat bouwtechnische voorschriften waaraan alle gebouwen minimaal moeten voldoen. De eisen hebben betrekking op veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu.

  7. Brandcompartiment

    Een brandcompartiment (Brandruimte) is een ruimte, begrensd door wanden en plafonds die de voortplanting van brand en rook naar aanliggende compartimenten beletten (brand en rook beperken voor een bepaalde tijd om een vluchtroute te garanderen).

  8. Branddoorslag

    Branddoorslag is het verspreiden van brand naar een andere ruimte of een ander brandcompartiment.

  9. Brandklasse

    Classificering die de bestendigheid tegen brandvoortplanting en rookontwikkeling aangeeft van een bepaald materiaal. In Nederland zijn er 5 klassen: 1-slecht bestendig t/m 5-beste bestendig. Europese classificering loopt van A1 t/m F, waarbij A1 het beste is en F het slechtst bestendig is tegen brandvoortplanting.

  10. Brandoverslag

    Brandoverslag is het overslaan van een brand van een gebouw naar een andere verdieping (via de buitenkant) of naar een naastgelegen gebouw.

  11. Brandpreventie

    Het vermijden en inperken van brand (ontwikkeling en verspreiding) door gebruik te maken van bepaalde materialen en systemen.

  12. Brandwerendheid

    Bestendigheid van een bepaald materiaal tegen brand (ook wel brandweerstand genoemd).

  13. Calculatie

    Berekening, met name van de benodigdheden en kosten van een uit te voeren werk.

  14. Coating

    Engelse benaming voor een dekkende laag of oppervlaktebehandeling.

  15. Compartimenteren

    Het opdelen van een gebouw in kleinere afgesloten delen. Een brandcompartiment is een ruimte, begrensd door wanden en plafonds die de voortplanting van brand en rook naar aanliggende compartimenten beletten (brand en rook beperken voor een bepaalde tijd om een vluchtroute te garanderen).

  16. Corrosie

    Het aantasten van metalen als gevolg van roest (oxideren/reageren met zuurstof).

  17. Doorvoering

    Een opening in een vloer, wand of plafond waardoor bijvoorbeeld een ventilatiekanaal, elektra of waterleidingen doorheen loopt.

  18. Epoxy

    Kunststof dat wordt gebruikt om materiaal te vervaardigen dat is opgebouwd uit verschillende componenten.

  19. Fireproofing

    Engelse benaming om materialen en constructies brandveilig te maken.

  20. Galvaniseren

    Het aanbrengen van een zinklaag op metaal om corrosie (roestvorming) van de onderlaag te beperken.

  21. Gebouwfunctie

    De functie die aan een gebouw of ruimte in een gebouw is toegekend. Ook wel bekend als de gebruiksfunctie.

  22. Gelijkwaardigheidsbepaling

    Wanneer men een materiaal of constructie wil toepassen die afwijkt van een gecertificeerd product dan moet men een gelijkwaardige prestatie kunnen aantonen. De gekozen oplossing moet tenminste dezelfde mate van (brand)veiligheid, bescherming van de gezondheid, bruikbaarheid en bescherming van het milieu bieden als met de oorspronkelijke eis is beoogd.

  23. Hoofddraagconstructie

    De veelal stalen constructie (skelet) van een gebouw bestaande uit constructieonderdelen zoals kolommen en liggers. Een meer technische omschrijving van de hoofddraagconstructie is te vinden in NEN 6702.

  24. Houtskeletbouw

    Een bouwmethode waarbij de constructieonderdelen, de dragende delen, van hout zijn (met uitzondering van de fundering).

  25. Kwaliteitsrichtlijn

    Publicatie van Bouwen met Staal. Deze tekst geeft algemene richtlijnen in de benodigde meet- en controlepunten voor een correcte toepassing van brandwerende coatings in elke fase: voorbereiding, applicatie, transport, eventuele tussentijdse opslag, montage, reparatie en inspectie. Zie dit document voor meer informatie over ‘kwaliteitsrichtlijn applicatie brandwerende coating’.

  26. Laagdikte

    De vereiste minimale dikte van bijvoorbeeld een brandwerende laag. Het onderscheid naar functie is belangrijk omdat hieraan allerlei voorschriften gekoppeld zijn voor de brandwerendheid. Ook wel bekledingsdikte genoemd.

  27. Mastic

    Franse benaming voor materiaal met een ‘stoppende’ werking. Voor gebruik in het afdichten van doorvoeringen met betrekking tot WBDBO.

  28. Manchet

    Een productbenaming voor het afdichten van een doorvoering met betrekking tot WBDBO. Dit product sluit bij brand een leiding of pijp af waardoor brandcompartimenten gecreëerd kunnen worden.

  29. NEN

    NEN is de afkorting van NEderlandse Norm. Het is een kennisorganisatie die normen en regelgeving publiceert.

  30. Overdimensionering

    Ontwerpmethode waarbij extra (brand)veiligheid wordt bereikt door meer staaldikte toe te passen dan strikt noodzakelijk.

  31. Prefab

    Engelse benaming (Prefabricated) die staat voor “vooraf gefabriceerd”; dit slaat met name op staal dat in de spuitloods brandwerend behandeld is.

  32. Primer

    Eerste grondlaag die wordt aangebracht om de ondergrond geschikt te maken voor verdere behandelingen. Zo wordt een compatibel primer gebruikt om stalen profielen van een Basecoat te kunnen voorzien.

  33. Profielfactor

    De profielfactor is de verhouding tussen de oppervlakte en de inhoud van het profiel. Deze is van invloed op zijn opwarmingssnelheid en dus op de benodigde laagdikte om een bepaalde brandwerendheid te bereiken.

  34. RAL kleuren

    Een van origine Duits systeem (Reichsausschuß für Lieferbedingungen) voor het nummeren van verfkleuren. Bekijk hier een overzicht.

  35. Systeem HP

    Multifire brandvertragend impregneermiddel voor hout.

  36. Systeem S

    Multifire brandwerende coating voor staalconstructies.

  37. Systeem WBD

    Multifire brandwerende afdichtingssystemen voor doorvoeringen. Klik hier voor meer informatie.

  38. TNO

    TNO is een onafhankelijk kennisorganisatie dat zich onder andere bezighoudt met het testen van producten. De afdeling TNO Centrum voor Brandveiligheid is sinds 1 juli 2006 ondergebracht in Efectis Nederland BV.

  39. Topseal

    Een afwerklaag in kleur die de Basecoat bedekt. Klik hier voor een overzicht van de Topseals.

  40. Utiliteitsbouw

    Utiliteit heeft betrekking op “nut” en “bruikbaarheid”. Dit zijn gebouwen die openbaar zijn, bijvoorbeeld een gemeentehuis, parkeergarage, en een postkantoor

  41. Verzinken

    Het aanbrengen van een zinklaag op metaal om corrosie (roestvorming) van de onderlaag te beperken.

  42. WBDBO

    Wbdbo staat voor Weerstand tegen BrandDoorslag en BrandOverslag, een onderdeel van het Bouwbesluit in het kader van de brandveiligheid. Klik hier voor een overzicht van WBD producten.

  43. Zwelpasta

    Belgisch synoniem voor brandwerende coating.

Heeft u nog vragen over de woordenlijst?

    Etiam magna arcu, ullamcorper ut pulvinar et, ornare sit amet ligula. Aliquam vitae bibendum lorem. Cras id dui lectus. Pellentesque nec felis tristique urna lacinia sollicitudin ac ac ex. Maecenas mattis faucibus condimentum. Curabitur imperdiet felis at est posuere bibendum. Sed quis nulla tellus.

    ADDRESS

    63739 street lorem ipsum City, Country

    PHONE

    +12 (0) 345 678 9

    EMAIL

    info@company.com